vrijdag 15 januari 2010

Eindconclusie

De cursus 23 dingen was voor mij 'spelend leren' en daardoor behalve leerzaam vooral erg leuk. Ik beschouw het als een kennismaking met een nieuwe manier van omgaan met en aanbieden van (online) informatie en communicatie.
Favorieten waren voor mij:
- rss feed (vooral op nieuws en (vak-)informatie)
- webshare (volgen van je klanten en hun wensen, behoeften, meningen)
- wiki
- kantoortoepassingen als google docs
- mash ups
- podcasts
De overige onderdelen kende ik al wel in meer of mindere mate.

Behalve een kennismaking met fenomenen uit de alsmaar verder digitaliserende wereld om ons heen, had het gezamenlijk doen van de cursus met collega's tot gevolg dat je er met elkaar over ging praten, zaken samen ging uitzoeken en oplossen en ging brainstormen over nut en relevante toepassingen ervan in het eigen werk.

Alhoewel het voor velen een hype is, twitteren, vind ik dit vrijwel volcontinu online zijn en chatten met de grote buitenwereld, heel vaak niet echt functioneel. Om niet overvoerd te worden met al te veel (overbodige) prikkels, wil ik dus graag een bewuste selectie maken voor online communicatie en die doseren. Twitteren is daarbij gesneuveld voor mij.

Aan het eind van de cursus had ik wel graag een vooruitblik op de toekomst gehad, oftewel, een visie op de ontwikkelingen naar web 3.0 dat ook al om de hoek komt kijken en waar verschillende branches nu zelfs al mee bezig zijn (voorbeelden daarvan).

Ik vond het al met al erg nuttig en fijn dat we als organisatie op deze manier onze kennis konden bijspijkeren. Al moet ik zeggen dat ik van sommige elementen gaandeweg al weer vergeten ben hoe ze precies werken. Oftewel, het moet nog wel allemaal een plek tussen de oren krijgen en dat vergt tijd en oefening.
Sommige dingen zullen na verloop van tijd vast weer over waaien of in aangepaste vorm hun bestaansrecht wel verdienen. In dat kader ben ik benieuwd welke toepassingen uiteindelijk in de archiefwereld in het algemeen en in het ZA in het bijzonder een heuse plek zullen gaan krijgen in de dienstverlening (informatievoorziening) en de communicatie.

Archief 2.0

Ik ben heel benieuwd of en hoe de archiefwereld web 2.0 gaat vertalen naar de eigen producten en diensten. Met name de behoefte aan openheid, gebruikstoepassingen en interactiviteit door klanten zijn interessante en belangrijke factoren voor ontdekking, gebruik en waardering door een groter publiek. De klant online opzoeken op de plekken waar hij zich beweegt is één ding, hem daar iets aanreiken wat hij ook graag hebben wi (en niet meer wil missen), da's vers twee.
Ben benieuwd welke 2.0 fenomenen blijvers zullen zijn en welke uiteindelijk weer overwaaien.

Footnote

Footnote is een mooie manier om bestanden te ontsluiten en werkbaar te maken voor gebruikers, die ze ongebreideld bijeen kunnen brengen en zo een persoonlijke geschiedenis kunnen uitzoeken en in een bredere context cq. tijdsbeeld kunnen plaatsen.
Een Nederlandse variant waar je tegelijkertijd in bestanden van anno, watwaswaar, wiewaswie e.a. kunt zoeken, vinden, annoteren, downloaden, etc. zou mooi zijn.
Het niveau is wel heel erg dat van de persoonlijke beleving en niet zo zeer geschikt als wetenschappelijk instrument, heb ik het idee. Neemt niet weg dat een Nederlandse variant van Footnote een uitstekende dienst/product is voor de grootste hobby na voetbal.

donderdag 14 januari 2010

Georefereren

Georefereren is een mooie dienst om net als Nijmegen e.a. op onze nieuwe website aan te bieden, zodat klanten online hun eigen mash-ups kunnen maken van historische afbeeldingen uit Zeeland in Beeld, historische kaarten uit de Zelandia Illustrata of de Historisch Topografische Atlas Middelburg, genealogische familiegegevens uit Zeeuwen Gezocht, etc.

Als bonusoefening heb ik op Google Maps heb ik mijn eigen bedrijfje Méér dan Woorden ingevoerd in het Bedrijvencentrum. Een kaart van mijn favoriete vakantiebestemmingen leek me ook leuk, maar dat doe ik later misschien nog wel eens in de privésfeer.

social networks

Ben al een paar jaar lid van Hyves om af en toe met mijn neefjes en de kinderen van vrienden te socializen. Facebook gebruik ik voor het chatten met vrienden en familie in het buitenland, in de plaats van skypen waarvan mijn computer erg traag wordt.
Linkedin gebruik ik zakelijk (portfolio, website, aanbevelingen) om door (potentiële) opdrachtgevers gevonden te worden en ingehuurd te worden als freelance tekstschrijver en fotograaf; en om zelf profielen van zakelijke relaties, klanten e.d. te vinden en te raadplegen.
Ik heb vooralsnog geen behoefte om nóg meer accounts aan te maken. Wel vind ik het leuk om mijn pa attent te maken op het netwerk voor senioren (sociabel.nl).

Library thing

Als boekenverslinder is de Library Thing voor mij een aanwinst. Ik zal hier in elk geval privé zeker vaak gebruik van gaan maken, maar ook voor het vinden van relevante vakliteratuur (over communicatie, journalistieke research) en recensies daarvan is het misschien evengoed erg handig. Dat wil ik de komende tijd graag uitvinden. Ik weet nu van het bestaan van de site, da's in ieder geval een goed begin.